In principe is ozon niets anders dan zuurstof waaraan zich een extra zuurstofmolecuul heeft gehecht. Dat gebeurt onder elektrische hoogspanning.
In de natuur wordt ozon geproduceerd bij bepaalde chemische reacties. Het bekendste voorbeeld is de ozonlaag, waar ozon wordt geproduceerd door de ultravioletstralen (UV) van de zon. Maar ozon wordt ook aangemaakt door de extreem hoge voltages die ontstaan bij onweersbuien. De opvallende geur die men ruikt na een onweersbui is de geur van ozon.
Oxidatie door ozon
Bij oxidatie vloeit de spanning uit een ozonmolecuul over naar de stof waarmee het in aanraking komt. Het oxideren (verbranden) kan met allerlei soorten stoffen plaatsvinden, maar ook met geur en micro-organismen zoals virussen, schimmels en bacteriën. Bij oxidatie komt het extra zuurstofatoom door ontlading los van het ozonmolecuul (O3) en bindt zich aan andere materie. Er blijft van het ozon uiteindelijk alleen nog puur en stabiel zuurstof (O2) over.
Desinfectie met ozon
Ozon is een van de sterkste oxidatiemiddelen die technisch inzetbaar zijn om in water opgeloste stoffen te verbranden (=oxideren). Het extra toegevoegde zuurstofatoom zal zich in slechts een fractie van een seconde aan elk bestanddeel binden dat met het ozonmolecuul in aanraking komt.
De meest voorkomende toepassingen zijn te vinden in de afvalwater- en drinkwaterzuiveringen (met name voor desinfectie), maar ozon wordt ook steeds vaker toegepast in de industriële tak.
Zo wordt ozon in de voedingsmiddelenindustrie gebruikt voor ontsmetting en in de papier- en textielindustrie voor de oxidatie van vervuiling in afvalwater. Het grote voordeel van ozon is het schone karakter omdat het stoffen alleen oxideert, waardoor nauwelijks bijproducten ontstaan. Doordat ozon een sterk herkenbare geur heeft, zullen zeer lage concentraties snel worden opgemerkt. Ook is er veel meetapparatuur voor ozondetectie beschikbaar. Daardoor is in het algemeen veilig om met ozon te werken.